-
1 debate
n. argument, gesprek--------v. debatteren; afwegen, overwegen; in aanmerking nemendebate1[ dibbeet]2 twist ⇒ conflict, strijd♦voorbeelden:♦voorbeelden:————————debate2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bespreken ⇒ beraadslagen over, in debat treden over♦voorbeelden: -
2 consult
v. adviseren; consulteren, advies inwinnen; rekening houden met[ kənsult]♦voorbeelden:consult with one's doctor • zijn dokter raadplegenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
3 consult about/upon
consult about/upon -
4 deliberate
adj. me opzet; expres--------v. bespreken; goed overwegendeliberate1[ dillibret] 〈bijvoeglijk naamwoord; deliberateness〉1 doelbewust ⇒ opzettelijk, welbewust————————deliberate2[ dillibbəreet]1 delibereren ⇒ wikken en wegen, beraadslagenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (zorgvuldig) af/overwegen2 beraadslagen/zich beraden over
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский